Westhoek © Jesse Zwart
De kaarsrechte horizon zorgt voor de enige vorm van houvast in de verder volledig verlaten wereld om ons heen. Boven ons het onafgebroken lichtblauwe van een wolkenloze zomerdag, onder de grijze uitgestrektheid van een enorme moddervlakte. Her en der liggen plasjes zeewater als spiegels te glinsteren in de zon. Alleen vanwege het feit dat de contouren van een zeilboot aan de horizon zichtbaar zijn kun je weten dat er tussen ons en het schip een zee moet liggen. Maar hij is nog nergens te zien. We installeren onze telescopen, gaan op onze strandstoelen zitten en wachten af.
In de verste verte is nauwelijks leven te bekennen. Enkele Kleine Mantelmeeuwen cirkelen op de thermiek recht boven ons hoofd en een verdwaasde Krombekstrandloper scharrelt wat in één van de plasjes zeewater die als eilandjes in de modderwoestijn liggen. Onze timing is perfect. Binnen de kortste keren zal de Waddenzee namelijk als een sneltrein op ons af denderen en de modderige zandvlakte gulzig opslokken. Wij zullen als roofdieren, stil en bewegingsloos moeten wachten op wat de Waddenzee ons dan zal brengen. Stil en bewegingsloos zijn is direct ook onze grootste uitdaging.
Krombekstrandloper © Lars Buckx
Ik zit met Arjan op het wad bij Westhoek te wachten op het getij dat enorme aantallen steltlopers in het zicht van onze telescopen zou moeten brengen. Tussen deze tienduizenden steltlopers hopen we een zogenaamde ’Cosmic Mindfucker’ te vinden. Het synoniem voor een extreem zeldzame soort die de endorfine uit onze oren doet spuiten en ons in volledige extase achter zal gaan laten. We moeten hem alleen nog even vinden maken we elkaar wijs terwijl we op het wad staan te wachten op wat komen gaat. Dankzij de brandende zon beginnen we inmiddels langzaam te veranderen in twee zongedroogde tomaten. Stil en bewegingsloos zijn is in ieder geval al compleet mislukt.
In een vloeiende beweging checken we de horizon van links naar rechts maar eigenlijk valt er nog niets te zien. De vogels zitten nog ver en we moeten geduld hebben. Toch zijn de eerste tekenen van wat komen gaat al zichtbaar. We zien enorme wolken vogels, die groepen vormen en dan weer als dunne slierten langs elkaar vliegen, zich als golven aan de horizon verplaatsen. De ene keer spierwit als ze zich op hoge snelheid draaien en dan weer donkerbruin tot zwart wanneer ze een andere richting op kantelen.
Terwijl ik met open mond zit te kijken naar het schouwspel bedenk ik mij dat ik net heb gelezen dat een steltloper op de toppen van zijn kunnen het negenvoudige van zijn normale basale stofwisseling verbruikt. Dat wil zeggen negen keer de hoeveelheid energie die hij in rust verbruikt. Ter vergelijk: voor een topatleet, bijvoorbeeld een wielrenner halverwege de Tour de France, ligt dit op maximaal vijf keer. Dat sommige van deze steltlopers tijdens hun tocht naar het zuiden het equivalent van 126 marathons vliegen is buitenaards indrukwekkend te noemen. Zeker als je weet dat ze soms nauwelijks dertig gram wegen. Meerdere soorten steltlopers waar ik nu naar zit te kijken maken non-stopvluchten van 4.500 kilometer.
Een halfuur later is de wereld om ons heen compleet veranderd. De Waddenzee ligt op nog maar vijftig meter afstand en op het slik tussen onze strandstoelen en het wassende water bevinden zich duizenden steltlopers. Soms zoeken ze op nog geen twintig meter afstand van onze voeten hun eten. Krombekstrandlopers, Kanoeten, Kleine Strandlopers, Bontbekplevieren en vele andere soorten. Het is alsof we zitten te kijken naar een lopend buffet in een all-inclusive resort. Duizenden steltlopers storten zich op de overdaad aan eten in de voedselrijke bodem van de Waddenzee. Eten, rusten en weer door. Het is moeilijk voor te stellen dat op deze plek de komende weken in totaal honderdduizenden steltlopers zullen passeren. Tankstation de Waddenzee.
Kleine Strandloper © Lars Buckx
Als we ons zitten te vergapen aan een Strandplevier overkomt ons het soms onvermijdelijke. Twee vogelaars verderop attenderen ons op een aparte steltloper. ‘Hé gasten, kunnen jullie even meekijken? Dit is een Bonapartes Strandloper toch?’ roepen ze. We krijgen de vogel binnen de kortste keren in beeld en kunnen direct bevestigen dat het om de door ons zo felbegeerde zeldzaamheid gaat. Dit keer grijpen we helaas naast de hoofdprijs. Hij is al ontdekt door de alerte vogelaars naast ons. Maar het spektakel dat zich zojuist voor onze voeten heeft afgespeeld is uniek en op geen enkele andere plek in Noordwest-Europa zo groots en massaal. Ik ben blij dat ik dit elk jaar weer een aantal keer mag meemaken.
Strandplevier © Lars Buckx