De vijf paradijsvogels die je deze winter moet zien!

'Heb je Dancing with the Birds gezien?' is regelmatig de vraag als ik aan een willekeurig persoon vertel dat ik gepassioneerd vogelaar ben. Deze documentaire op Netflix is inmiddels bij haast iedereen, vogelaar of niet, wel bekend. Zo niet, dan moet je hem dus gaan kijken. Mythische, prachtig gekleurde en uitgedoste soorten als de Flame Bowerbird en de King of Saxony bird-of-paradise laten in deze adembenemde documentaire indrukwekkende baltsrituelen zien op het exotische Papua Nieuw Guinea. 

Wat veel mensen niet weten is dat wij, in ons kleine kikkerlandje, ook paradijsvogels hebben. Zodra de winter zijn intrede doet verschijnen ze ten tonele. Allemaal prachtige verschijningen die mij keer op keer haast mijn nek doen breken. Ik heb een selectie gemaakt van vijf winterse watervogels die wat mij betreft niets onder doen voor die paradijsvogels uit Papua Nieuw Guinea. Ze zijn stuk voor stuk absoluut de moeite waard zijn om naar op zoek te gaan en je aan te vergapen. Bovendien zijn ze over het algemeen wat makkelijker te bereiken en te vinden dan die uitslovers op Papua Nieuw Guinea. Des te meer een reden om in de winter gewoon door te vogelen en je kijker niet op te bergen tot het voorjaar begint.

Het zijn soorten die over het algemeen zeer ver weg broeden en waarvoor je, wanneer ze niet in Nederland zijn, vaak een kostbare en zware expeditie zou moeten organiseren om ze te zien te krijgen. Grijp dus nu je kans en ga op zoek naar onderstaande soorten nu het kan!

Nonnetje man © Jesse Zwart


Nonnetje

Escher en Mondriaan hebben samen de vrije hand gekregen voor het ontwerpen van één vogelsoort en al hun creativiteit en energie in het ontwerp van een mannelijk Nonnetje gestopt. Grotendeels oogverblindend wit met een prachtige, zwarte subtiele tekening. De dunne zwarte lijnen lijken bovendien met veel geduld en liefde te zijn aangebracht met een schilderspenseel. En daarnaast, om het helemaal af te maken, nog een betoverend zwart masker rondom de ogen. Deze prachtige soort broedt voornamelijk in bomen en hiervoor gebruiken ze regelmatig oude nesten van bijvoorbeeld Zwarte Spechten. Met zijn panda-achtige uiterlijk is het één van mijn favoriete wintersoorten en tijdens excursies moeten deelnemers mij regelmatig vragen of we verder kunnen lopen omdat ik zelf nog dromend naar een Nonnetje sta te kijken. Het is familie van de Middelste en de Grote Zaagbek maar verreweg de meest verlegen en schuwe van het stel. 

Enkele plekken om ze te zien te krijgen zijn de Oostvaardersplassen, de Brabantse Biesbosch en het Nijkerkernauw waar we een bezoek aan brengen tijdens onze excursies in Polder Arkemheen.

Grote Zaagbek man © Jesse Zwart


Grote Zaagbek

Wederom een prachtig getekende vogel. Een lange dunne dieprode snavel met, van dichtbij, duidelijk zichtbare zaagtandjes die dienen om visjes goed vast te kunnen houden. De mannetjes hebben een langgerekt spierwit lichaam met geelroze gloed (hierom is de bijnaam ook wel boterbuik) en een zwart-groene kop. De vrouwtjes zijn grijs met een scherp afgetekende bruine kop. Deze eend, de grootste van Europa, is helemaal gemaakt om onder water te jagen. En dat is te zien ook. De vogel licht zeer diep in het water en is enorm gestroomlijnd. Voordat ze duiken kijken ze eerst met hun kop onder water om te zien of er ergens een lekker visje zwemt. Hierbij glijdt er een vliesje over hun ogen, een soort duikbrilletje, dat hun ogen beschermt. Vervolgens duiken ze en schieten ze als mini-torpedos' achter hun prooi aan. Dat is precies de reden dat hun poten zo ver achterop hun lichaam zitten. Op de kant zijn het klungels maar in en vooral onder het water mag Pieter van den Hoogenband hun handdoekje nog niet eens vasthouden.

 Ze zitten  vooral in ondiep, helder water. In tegenstelling tot hun kleinere familielid, de Middelste Zaagbek, zijn ze eigenlijk alleen op zoet water te vinden. Goede plekken om Grote Zaagbekken te zien en te fotograferen zijn de Amsterdamse Waterleidingduinen en de Brabantse Biesbosch

Brilduiker © Lars Buckx


Brilduiker

Een donkergroene kop met een witte vlek tussen het oog en de snavel. Dat is waar de Brilduiker zijn naam aan te danken heeft. Wederom gebaseerd op het uiterlijk van het mannetje dus. Wie mij een beetje kent weet dat ik het hardgrondig  oneens ben met deze Nederlandse vogelnaam. De Engelse naam van deze indrukwekkende soort is 'Goldeneye'. Een stuk stoerder en aansprekender. Zeker als je je bedenkt dat er in dat geval een James Bond-film is vernoemd naar deze soort.

Ook bij deze soort is het net zoals bij de paradijsvogels uit eerder genoemde documentaire het mannetje dat zich verschrikkelijk uitslooft om een vrouwtje te versieren. De balts begint al in de winter en tijdens dit ritueel legt het mannetje zijn kop achterover op zijn rug. Met zijn snavel naar boven gericht maakt hij grommende geluiden terwijl hij met zijn poten water in de lucht laat spetteren. De Sean Connery onder de vogels dus.

Paartje Brilduikers © Jesse Zwart


IJseend © Arjan Dwarshuis


IJseend

Één van de meest noordelijke broedvogels ter wereld. Met zijn prachtige lange staart en subtiele tekening is het mannetje met recht een paradijsvogel van de Lage Landen te noemen. Ze zijn absoluut niet makkelijk te zien te krijgen en een stuk zeldzamer dan eerder genoemde soorten. De IJseend leeft van schelpdieren e overwintert dan ook in kleine aantallenop plekken langs de kust zoals de Brouwersdam en de Zuidpier van IJmuiden. Zijn Latijnse naam, Clangula Hyemalis, betekent zoveel als 'luidruchtige wintervogel'. De mannetjes maken namelijk nogal vaak een soort jodelend geluid. Door zijn lange staart heeft het mannetje de bijnaam Zeefazant gekregen. In tegenstelling tot de fazanten op Vlieland, waar ieder van ons zich elk jaar wel weer een keer een rolberoerte schrikt, kan deze casanova mij juist wel bekoren.

Roodhalsgans © Jesse Zwart


Roodhalsgans

Een speld in een hooiberg zoeken. Zo voelt het wanneer je grote groepen met duizenden Brandganzen aan het checken bent op zoek naar een Roodhalsgans. Je zou denken dat ze behoorlijk opvallen maar niets is minder waar. Ze zijn een stuk kleiner en het zal je verbazen hoe snel ze kunnen verdwijnen in een grote groep ganzen. De rode wang, hals en gedeelte van de borst maken deze gedrongen gans tot een genot voor het oog. Normaal overwintert deze soort rond de Zwarte Zee, de Kaspische Zee en het Oeralmeer en in Europa bevinden de grootste aantallen zich in Bulgarije en Roemenië. Slechts een kleine groep trekt naar West-Europa en een enkeling daarvan haalt het tot Nederland. De Waddeneilanden, met Ameland als koploper, bieden de grootste kans om deze soort aan je lijst toe te voegen. Aanstaand weekend ga ik er speciaal heen om te kijken of ik er weer één kan vinden!

Kortom: Genoeg redenen om naar buiten te gaan en te genieten van onze eigen winterse paradijsvogels!

Terug naar het overzicht