Boerenzwaluw

De Boerenzwaluw is een kleine zangvogel die wereldwijd voorkomt, maar vooral in Europa, Azië en Noord-Amerika te vinden is. Ze hebben een kenmerkende diepblauwe bovenkant en witte tot roomkleurige onderkant, met een roodbruine keel en voorhoofd. Onder de roodbruine keel hebben ze een zwartblauwe borstband. Ook de diepgevorkte staart met dunne en lange buitenste staartpennen is zeer opvallend. Jonge vogels hebben een lichtrode tot oranje keel en voorhoofd en de staart is nog kort en daarmee niet zo diep gevorkt.

Boerenzwaluw & Oeverzwaluw © Jesse Zwart

Boerenzwaluwen staan bekend om hun acrobatische vlucht en hun vermogen om insecten in de lucht te vangen terwijl ze vliegen. Ze voeden zich voornamelijk met vliegende insecten, zoals vliegen, muggen en kevers, en zijn dus een zeer nuttig onderdeel van het ecosysteem.

Ze broeden vaak in schuren, stallen en andere gebouwen op boerderijen en in landelijke gebieden. Daarbij maken ze hun nesten van modder en stro en bouwen deze op uitstekende randen, zoals een balk of dakrand. Boerenzwaluwen leggen meestal 3 tot 5 eieren per broedsel en broeden deze uit gedurende ongeveer 14 tot 16 dagen.

Boerenzwaluwen zijn trekvogels en brengen de winter door in Afrika ten zuiden van de Sahara. Voornamelijk in het gebied vanaf Ivoorkust tot Angola maar soms ook wel tot in Zuid-Afrika. Ze keren  in het voorjaar terug naar hun broedgebieden in Europa en Noord-Amerika. Daarnaast is het een van de zangvogels met het meest uitgebreide broedgebied. Ze broeden van de noordrand van de Sahara tot boven de poolcirkel op plekken waar bebouwing aanwezig is.