Buidelmees

Een Buidelmees heeft zijn naam te danken aan de vorm van zijn nest. Ze bouwen namelijk een buidelvormig naast van plantendelen zoals sigaren van een lisdodde, wilgenpluis en brandnetel. Meestal hangt dit nest aan de tak van een wilg. Buidelmezen broeden sinds 1981 jaarlijks in Nederland en halverwege de jaren negentig lag de broedpopulatie rond de 250 paar. Hierna zijn, om onbekende redenen, de aantallen enorm gedaald.

Buidelmezen hebben een roodbruin lichaam met een iets lichtere buikkleur. De buiken van mannetjes zijn roodbruin. Ze hebben een lichtgrijze kop en kruin met een zwart oogmasker. Dit oogmasker is bij vrouwtjes kleiner dan bij mannetjes.

Meestal zijn Buidelmezen te vinden in moerassen, rietvelden en andere waterrijke gebieden, zoals meren en oevers van rivieren. Hier voeden ze zich met name met insecten, spinnetjes en kleine ongewervelde dieren. Mannetjes Buidelmees zijn polygaam en bevrucht gedurende het broedseizoen vaak meerdere vrouwtjes. Deze leggen 6-8 eieren.

Buidelmees © Jillis Roos