‘Waar kijken jullie naar?’ vraagt een passerende vrouw die nieuwsgierig naast ons is komen staan. Tim en ik staan schuin onder een dennenboom en kijken allebei kaarsrecht omhoog. Op het moment dat ik de vrouw enthousiast begin te vertellen dat we naar een Bladkoning staan te kijken en waarom dat zo bijzonder is klinkt het slepende, oplopende roepje meermaals vanuit de kruin van de den. Tim en ik kijken elkaar gelukzalig aan en ballen onze vuist. ‘Voor mij is het nu echt najaar’ verkondigd Tim hardop en met veel enthousiasme. Ik kijk even kort of de vrouw nog naast ons staat maar zie dat ze hoofdschuddend verder is gelopen.
Bladkoning © Lars Buckx
Op het moment dat ik dit schrijf regent het Bladkoningen in Nederland. Met name in de duinstrook en op de Waddeneilanden maak je kans om deze heerlijke soort tegen te komen. Dit jaar ligt de piek vrij vroeg maar eind september en de eerste drie weken van oktober zijn de beste tijd om deze stoere vogel in ons land te zien. Bladkoningen wegen tussen de zes en zeven gram en leggen duizenden kilometers af voordat wij ze hier in Nederland zien. Niet meer dan logisch dus om daarvoor even verbaasd onder een boom te staan en recht omhoog te kijken. Als een soort ode aan de ‘ boodschapper van het najaar ’.
Bladkoningen broeden in Noord-China en van de Oeral tot diep in Siberië. In het najaar verlaten ze de uitgestrekte loofbossen van hun broedgebieden om te gaan overwinteren in Zuidoost-Azië waar het vaak de meest algemene vertegenwoordiger uit het geslacht van de ‘Phylloscopus’ is. West-Europa ligt dus, voorzichtig gezegd, nogal uit de route. Vaak worden Bladkoningen maar één dag ergens gemeld en zijn ze de dag daarna weer vertrokken. Als een exemplaar langer blijven hangen dan duiken er in de buurt vaak nieuwe exemplaren op. Het ene jaar zijn het er aanzienlijk meer dan het andere jaar. Zo zagen en hoorden we er, tijdens één van onze najaarsreisjes naar Vlieland, eens meer dan 80 op een dag! Maar tijdens het hele vorige najaar zag ik er slechts 4.
De plekken die in het najaar het meest bezocht worden door fanatieke vogelaars, de kust en de Waddeneilanden, zijn traditiegetrouw de plekken met de meeste waarnemingen van Bladkoningen. Maar ook rondom en zelfs in de stadsparken van grote steden, waar de waarnemersdichtheid vaak ook hoger is, worden met regelmaat Bladkoningen gevonden. Het lijkt er dus op dat de soort eigenlijk overal in Nederland gevonden kan worden. Goed opletten tijdens het dagelijkse blokje om is dus aan te raden.
Toch blijft het wonderlijk dat al die Bladkoningen in Nederland terecht komen. In de jaren zestig en zeventig was het nog een absolute dwaalgast maar inmiddels is het in het najaar een schaarse doortrekker. Een deel van de populatie lijkt in de richting te vliegen die tegengesteld is aan de normale trekrichting. Een fenomeen dat ‘reversed migration’ wordt genoemd. Een fenomeen dat genetisch bepaald lijkt te zijn. Daarnaast spelen de weersomstandigheden natuurlijk ook een rol. Oostelijke luchtstromingen in Siberië en de landen ten oosten van ons zijn altijd spannend en hebben vaak een positieve invloed op de aantallen van deze stoere soort in Nederland.
Het startschot is in ieder geval gegeven. Nu deze aandoenlijke en oogverblindend mooie vogeltjes uit de familie van de ‘Phylloscopussen’ weer in Nederland zijn kan alles. Vanaf nu tot half november zullen Tim, ik en met ons honderden andere fanatieke vogelaars weer urenlang door bossen en langs haagjes slenteren. Luisterend en omhoog kijkend. Hopend op dat ene rare roepje, dat lange of juist korte wenkbrauwstreepje, het gele stuitje of een extra vleugelstreepje bij één van de vele bijzondere soorten uit de familie van de ‘Phyllos’. Om elkaar vervolgens, mocht het lukken een zeldzaamheid te vinden, in de armen te vallen en hardop te prevelen dat wat ons betreft het vogeljaar geslaagd is. Ook dan zullen we waarschijnlijk wel weer verbaasd worden aangekeken door een toevallige passant.
Bladkoning © Vincent van der Spek