Het is een zonnige, bijna windstille ochtend eind juli. De spanning is duidelijk voelbaar als we met zijn drieën onderaan de trap staan die ons over de dijk van Westhoek heen zal brengen. Aan de andere kant van deze dijk ligt namelijk één van de grootste hoogwatervluchtplaatsen van Europa. Als tijdens vloed het water hier hoog genoeg komt, volstrekt zich op deze plek één van de meest indrukwekkende natuurfenomenen die ik ooit heb mogen aanschouwen. Tienduizenden steltlopers worden dan door het opkomende water gedwongen om vlak voor de dijk op de laatste ondiepe stukjes wad te wachten tot het water zich weer terugtrekt.
Met onze telescopen op de schouders beginnen we aan de klim omhoog en bij elke stap komen we dichterbij het moment van de waarheid, ‘zijn ze er of niet?’ Thijs loopt voorop en steekt als eerste zijn kop boven de dijk uit. Na een korte stilte die uren lijkt te duren, steekt hij zijn vuist in de lucht en roept ‘Let the games begin '. Een seconde later kan ook ik over de dijk heen kijken en zie ik wel 50.000 steltlopers staan. De haren op mijn armen gaan rechtovereind staan. Zo moet het voelen als je als voetballer het veld van een vol voetbalstadion oploopt voor de finale van de Champions League.
Steltlopers bij Westhoek ©Jesse Zwart
Ook vogelaars staan in deze periode van het jaar aan de aftrap van een groots evenement. De najaarstrek van vogels is namelijk net begonnen en veel steltlopers keren alweer terug naar hun winterkwartieren. Miljoenen van deze vliegmachines trekken ieder jaar heen en weer tussen hun broedgebieden in Groenland, Scandinavië, Siberië of West-Europa, en hun overwinteringsgebieden in Europa en Afrika. Precies op het kruispunt van die trekroute ligt Nederland. De Waddenzee met zijn kwelders en zandplaten, de schorren plus zeearmen van het Deltagebied en de vele moerasachtige en plas-drasgebieden die ons land herbergt zijn een onmisbare schakel in de keten voor vele steltlopers.
Vandaag staan onze telescopen opgesteld aan de rand van de Waddenzee. We zien tienduizenden Bonte Strandlopers en vele duizenden Kanoeten, Rosse Grutto’s, Krombekstrandlopers, Scholeksters en Zilverplevieren. Ook de eerste Steenlopers, Drieteenstrandlopers en Kleine Strandlopers rennen heen en weer door het beeld van onze telescopen en zijn druk op zoek naar voedsel. Met het tij mee komen ze steeds dichter bij ons lopen en kunnen we ze goed bekijken. Stuk voor stuk wereldreizigers die oceanen oversteken, ver boven de poolcirkel broeden en buitenaardse prestaties leveren om hun voortbestaan te garanderen.
Zilverplevier, Drieteenstrandlopers en Rosse Grutto ©Lars Buckx
Een prachtige man Rosse Grutto, nog volledig in zomerkleed, verschijnt in het beeld van mijn telescoop. Dit arctische broertje van de ‘Vogel des Vaderlands’, onze Grutto, is niets minder dan een wonder op poten. In het voorjaar vliegen ze vanaf West-Afrika op soms wel acht kilometer hoogte zonder te stoppen in één rechte lijn naar de Waddenzee. Een afstand van ongeveer zesduizend kilometer. Vervolgens eten ze zich binnen een paar weken helemaal rond aan wadpieren en verdubbelen ze in gewicht om aan het tweede deel van hun bijzondere reis naar West-Siberië te beginnen. In het najaar doen ze deze fysieke prestatie van de buitencategorie nog eens dunnetjes over als ze naar het zuiden trekken.
Ik bekijk de Rosse Grutto aandachtig en vraag me af waar hij precies vandaan komt en of het hem gelukt zal zijn voor nageslacht te zorgen dit jaar. Hij is druk bezig met het zoeken naar wadpieren en poert met zijn snavel diep in de bodem van het wad. Dan, als door een wesp gestoken, kijkt hij verschrikt op. Links van mij beginnen duizenden steltlopers paniekerig te roepen en als ik opkijk van mijn telescoop zie ik enorme wolken steltlopers opvliegen. De boosdoener, een Slechtvalk, schiet als een raket dwars door de groep heen en neemt een Bonte Strandloper te grazen. Even verderop landt de Slechtvalk en begint haast klinisch aan de ontmanteling van zijn zojuist geslagen prooi. Veren worden verwijderd en de vleugels afgescheurd. Links van mij is de rest van de steltlopers alweer druk bezig met het zoeken naar de voedsel in de vruchtbare bodem van het wad. Broodnodige brandstof voor het vervolg van hun reis. Mijn bewondering voor deze dappere vogels is alleen maar verder toegenomen en met een diepe buiging neem ik afscheid van ze. Hopelijk tot volgend jaar!