Kleine Rietgans

Kleine Rietganzen zijn, met name aan het begin van de herfst, in grote groepen in Nederland te zien. De hoogste aantallen zijn dan te zien in het zuidwesten van Friesland. In november en deels in december trekken deze groepen door naar de polders rondom Brugge in België. Al in januari trekken Kleine Rietganzen weer richting het noorden om eerst naar Denemarken te vliegen. Vanuit daar vervolgen ze hun reis naar de broedgebieden die op Spitsbergen liggen. De volledige populatie Kleine Rietganen op Spitsbergen komt overwinteren in Nederland en Vlaanderen. Dit komt neer op grofweg 40.000 vogels.Van november tot januari zit 80% van deze Spitsbergenpopulatie zich in de polders bij Brugge. Daarmee is het een zeer plaatstrouwe soort.

Kleine Rietganzen zijn kleine, vrij gedrongen gansjes met korte nekken. Ze hebben een kleine zwarte snavel met een rozige band op de punt. De poten zijn ook roze. Het hoofd en de bovenkant van de nek zijn donkerbruin en contrasteren met de rest van de nek en het lichaam. De rug is blauwgrijs en de flanken zijn vrij donkerbruin. In vlucht zijn de vleugels en de rug opvallend bleek. Lichter dan bijvoorbeeld Kolgans.

Kleine Rietgans © Lars Buckx