Er zijn weinig, misschien zelfs wel geen, plekken in Nederland die zo lelijk zijn als het gebied rondom de Zuidpier van IJmuiden. Toch krijgt elke zichzelf respecterende Nederlandse vogelaar het bloedheet bij de gedachte aan dit bijna volledig in beton gegoten stukje Nederland. Vraag een fanatieke vogelaar naar de Zuidpier van IJmuiden en hij of zij begint spontaan te prevelen over najaarsstormen, Stormvogeltjes, Vorkstaartmeeuwen, Pijlstormvogels en extreme zeldzaamheden als Harlekijneend, Brilgrasmus, Ross' Meeuw en Kleine Kokmeeuw. Kortom, de Zuidpier is een brok heilig beton met een mythische status. Onder vogelaars dan.
Afgelopen woensdag togen wij dan ook, ondanks de dichte mist, vol optimisme richting deze betonnen hemel. Het ene na het andere kerstliedje schreeuwde ons vanuit de radio tegemoet en terwijl we dichterbij kwamen bespraken we welke vogelsoort wij graag onder de spreekwoordelijke kerstboom zouden vinden vandaag. Ivoormeeuw, Harlekijneend en Pacifische Waterpieper waren enkele van de soorten die werden geopperd. Stuk voor stuk mega-zeldzaamheden of zelfs nieuwe soorten voor Nederland. De stemming zat er in ieder geval goed in.
Bij aankomst versterkte de potdichte mist de mystiek rondom de Zuidpier. We konden amper vijftig meter ver kijken en vanaf het strand was de pier onzichtbaar. Toch hoorden we constant overvliegende Kol- en Rietganzen en groepjes Smienten. Ongetwijfeld verdwaald in de mist en voor ons onzichtbaar kwamen steeds groepjes overgevlogen. Aan de voet van de Zuidpier vonden we een prachtige Pontische Meeuw die stond te slapen tussen een groot aantal Stormmeeuwen.
Terwijl we het hek van de Zuidpier, dat bij harde wind gesloten is, passeerden zagen we aan de binnenkant van de pier direct een Kuifaalscholver zitten. Dit wat kleinere en slankere broertje van de normale Aalscholver, is in de winter een regelmatige bezoeker van IJmuiden. Hij heeft bovendien een dunnere, potloodvormige snavel en het oog is omsloten door veren. Bij normale Aalscholvers zit er naakte huid rondom het oog. Geen hard kenmerk, maar wel een grappig detail is dat Kuifaalscholvers vaak een 'sprongetje' maken voordat ze duiken. Uiteindelijk zouden we zeven verschillende exemplaren zien!
Kuifaalscholver ©Lars Buckx
We liepen verder de pier op en zagen onder andere een Gewone Zeehond, enkele Paarse Strandlopers die voedsel probeerden te vinden tussen de blokken van de pier een overvliegende Roodkeelduiker, groepjes langstrekkende Zwarte Zee-eenden en een paar Oeverpiepers. Deze laatste broeden niet in Nederland, maar aan de kusten van Scandinavië. Ze overwinteren langs de kusten van West-Europa. Zo ook in kleine aantallen op de Zuidpier, één van de weinige plekken waar de soort goed te zien is op toegankelijk terrein.
De mist trok langzaam weg en aangekomen bij de kop van de Zuidpier konden we uitkijken over de monding van de haven en inmiddels iets verder de zee op kijken. Achter een vissersschip vlogen naast honderden Stormmeeuwen een 40-tal Drieteenmeeuwen. Deze meeuwensoort heeft een prachtig getekend verenkleed en komt vooral in de winter voor langs de Nederlandse kust. Bij harde wind is er weinig voedsel bereikbaar op zee, zodat ze uitwijken naar rustigere gebieden vaak net onder de kust. Bijvoorbeeld tussen de pieren van IJmuiden.
Een adulte Jan-van-Gent vloog langs, net als een Topper die meevloog met een groepje Tafeleenden. We bleven nog even rondhangen in de luwte van het groene vuurtorentje en bespraken welke soorten we daar allemaal al wel niet hadden zien zitten. In het najaar, en al helemaal op mistige dagen, worden met name zangvogels aangetrokken door het licht van de vuurtoren. Zo hebben we regelmatig Roodborstjes, Kepen, Tjiftjaffen, Goudhaantjes, Koperwieken, Graspiepers en vele andere soorten verdwaasd naast, op of zelfs in deze vuurtoren zien zitten. Vandaag zaten er alleen vier apathische vissers naar hun dobber te staren. Toen de Steenlopers bijna over onze schoenen begonnen te lopen besloten we dat we lang genoeg hadden stil gestaan.
Op de weg terug richting het Kennemerstrand en een kop warme chocomel stonden we naar drie Eiders te kijken, terwijl we een groepje van drie piepers zagen komen aanvliegen. 'Oepie's' mompelden we naar elkaar. Vogelaarsdialect voor Oeverpiepers. We hadden het nog niet gezegd of één van deze piepers liet een roepje horen waar we allebei een paar seconden stil van waren. 'Huh, dit is geen Oeverpieper, riepen we naar elkaar. het groepje passeerde ons en landde ongeveer 30 meter verder op het magische beton van de Zuidpier.
Ik zette de dictafoon van mijn telefoon aan om het roepje op te kunnen nemen als de vogel dit weer liet horen en langzaam liepen we al fotograferend en naar het beest kijkend in de richting van de drie piepers. Op afstand leek de middelste wat lichter en bovendien een donkere borstvlek te hebben. De mythische status van de Zuidpier ging door onze hoofden en de adrenaline schoot door onze aderen, wat kon dit zijn? Heel even dachten we aan de vooraf besproken soort. Was dit hem dan? De Pacifische Waterpieper. Hier verwacht je hem, zeiden we tegen elkaar. We konden dichterbij komen, hadden geen last meer van de mist en maakten betere foto's. Het was een Boompieper....
Boompieper met 2 Oeverpiepers ©Lars Buckx
Bijgekomen van de schrik, waarschuwen we via een appgroep wat lokale vogelaars. Boompiepers arriveren hier in april en trekken vanaf augustus alweer weg naar Afrika. Eind oktober is deze soort al uiterst zeldzaam in Nederland en daarna worden ze eigenlijk niet meer gezien. Dit bleek dan ook het laatste geval ooit in Nederland. Op de terugweg zien we nog een groepje van 5 Kuifaalscholvers en op het strand foerageren drie Sneeuwgorzen. De eerste gealarmeerde vogelaar komt hijgend langs gestoven op de fiets en vraagt, nauwelijks afremmend, waar hij ongeveer moet zijn. We leggen het hem uit, maar later blijkt dat de vogel niet meer is gezien.
De mist verdwijnt als sneeuw voor de zon en een waterig zonnetje begint te schijnen. We warmen ons aan een kop chocomel met slagroom bij strandtent Makai met uitzicht op de Zuidpier. Dit keer geen extreme zeldzaamheid, maar wel een extreme waarneming. De Zuidpier blijft magisch.
Wil je een keer mee naar de Zuidpier? Kijk dan op onze site voor de excursiedata!
Drieteenmeeuw en Sneeuwgors ©Lars Buckx