Met nog ongeveer 300 broedparen is het Paapje met recht een zeldzaamheid te noemen in Nederland. Vroeger was de soort een veel algemenere broedvogel in grote delen van het land. Intensivering van agrarisch grondgebruik en verdroging en verbossing van natuurgebieden hebben echter gezorgd voor een drastische afname van het aantal broedparen.
Paapjes komen nu als broedvogel vooral nog in het noordoosten van het land op hoogveengebieden, natte heide en innatte beekdalen met extensieve begrazing. Het Fochteloërveen is qua broedvogels het bolwerk van Nederland. Maar ook in gebieden als het Drents-Friese Wold en het Dwingelderveld zijn de aantallen nog aardig.
In Nederland broedende Paapjes arriveren in april en mei en vertrekken in augustus en september weer naar hun overwinteringsgebieden op de savannes in de Sahel-zone in Afrika. Tijdens deze najaarstrek zijn Paapjes in het hele land te zien. Soms zelfs in groepjes. Op goede dagen kan het, zeker in de duinen langs de kust, wemelen van de doortrekkende Paapjes.
Paapjes zijn goed te herkennen aan de opvallende lichte wenkbrauwstreep die ze in alle kleden hebben. Bij volwassen mannetjes is deze wenkbrauwstreep zelfs opvallend wit. Het zijn kleine, gedrongen vogels met een korte staart die lijken op een Roodborsttapuit. De veren op de rug en de mantel hebben donkere streping. De keel en de borst zijn oranjekleurig en de stuit is geelbruin met donkere vlekjes. De basis van de buitenste staartpennen is in alle kleden wit.
Paapje (boven) & Roodborsttapuit © Lars Buckx
Geen excursies gevonden met deze criteria
Begin opnieuwZomervogels op Schiermonnikoog met kans op zeldzaamheden
Op zoek naar de parels in het Dwingelderveld, Diependal en Fochteloërveen
Op zoek naar de parels in het Dwingelderveld, Diependal en Fochteloërveen
Op zoek naar de parels in het Dwingelderveld, Diependal en Fochteloërveen
Najaarstrek in de Kennemerduinen
Najaarstrek in de Kennemerduinen