Afgelopen weekend organiseerden we in samenwerking met Vogelbescherming Nederland twee excursies in het kader van de vogeltrek. Op zaterdag een excursie op en rond de Zuidpier van IJmuiden, een beroemde en beruchte plek om dit geweldige natuurfenomeen mee te maken. Op zondag stonden we met de deelnemers op trektelpost Parnassia. Deze trektelpost is tactisch gelegen op een hoog duin aan de kust tussen IJmuiden en Zandvoort. Op najaarsdagen met de juiste wind komen hier enorme aantallen trekvogels op ooghoogte langsvliegen!
Op beide dagen zagen we, ondanks af en toe een buitje en stevige wind, veel leuke soorten. In IJmuiden eindigde de excursie met 62 soorten waaronder een Cetti's Zanger, Baardmannetjes die zich geweldig lieten bekijken, twee IJsgorzen en een Pontische meeuw die langs kwam vliegen. Dit naast de vele verschillende soorten zangvogels die in een vrijwel constante stroom over onze hoofden naar het zuiden vlogen. Ideaal om geluiden te leren en de verschillende manieren van vliegen te kunnen herkennen.
Baardmannetjes ©Lars Buckx
Op zondagochtend zagen we vanaf telpost Parnassia al vroeg een Visarend voorbij komen, terwijl later ook een Grote Lijster en een Bruine Kiekendief over de telpost kwamen. Een roepende IJsgors kon door alle deelnemers goed worden gehoord en behoorlijke aantallen Vinken, Graspiepers, Kepen en Sijzen konden, na wat tips, goed worden herkend aan hun roep en vluchtpatroon. Toen de trek langzaam opdroogde maakten we een duinwandeling langs het Vogelmeer. Hier zagen we een jonge Dodaars die Stekelbaarjes gevoerd kreeg door haar moeder. Ook zat er een IJsvogel te vissen die zich mooi liet bekijken en zagen we gemixte 'flocks' vogels met onder andere Staartmees, Tjiftjaf en Vuurgoudhaan. Verderop in het duin zagen we nog een Paapje en twee Raven. Uiteindelijk zagen we maar liefst verschillende 70 vogelsoorten.
Dodaars en Staartmees ©Lars Buckx
Tijdens de excursies vertellen we altijd veel over de manieren om vogels te herkennen, hun gedrag en geven we andere bijzondere en leuke feitjes en wetenswaardigheden over verschillende vogelsoorten. We proberen dus niet perse altijd maar zoveel mogelijk soorten te scoren, maar willen ook juist meer achtergrondinformatie geven over deze soorten en hun leefomgeving. Het afgelopen weekend kregen we ook vaak de vraag wat vogeltrek eigenlijk is en hoe dit fenomeen is ontstaan.
Éen vooraanstaande theorie voor het ontstaan van vogeltrek is het steeds een beetje toenemen van de jaarlijkse afstanden die vogels afleggen voor betere omstandigheden op het gebied van voedsel of broedgelegenheid. Één van de grootste factoren en sleutelmomenten in deze evolutie heeft zeer waarschijnlijk te maken met de verschillende IJstijden die de wereld heeft doorgemaakt in de afgelopen 2,5 miljoen jaar. Trekvogels trokken zich tijdens deze IJstijden waarschijnlijk terug naar het zuiden en wanneer de IJstijd over was trokken ze weer verder door naar het noorden waar broedmogelijkheden lagen in terrein dat nog niet bezet was door andere vogels.
Door de ontdekking van deze nieuwe gebieden breidden ze hun broedgebieden uit naar het noorden. In de winter moesten deze vogels alleen wel weer naar warmere gebieden in het zuiden vluchten. Vooral zangvogels konden namelijk in deze barre winterse omstandigheden geen voedsel meer vinden in de nieuwe broedgebieden. De vogels die niet naar het zuiden trokken gingen dood en de wegtrekkers overleefden en plantten zich voort. Door deze selectie op individu, werd wegtrekken naar het zuiden een genetisch vastgelegd patroon: de vogeltrek.
Jaarlijks vliegen nu honderden miljoenen vogels in het najaar naar het zuiden. Nederland ligt op een soort knooppunt voor broedvogels uit Scandinavië en landen die noordoostelijk van Nederland liggen. De aangeboren trekrichting van deze vogels ligt tussen zuid en zuidwest. De grootste aantallen komen dus uiteindelijk aan de kust van Nederland terecht. Aangezien de meeste van deze zangvogels bang zijn voor grote wateroppervlakten, buigen ze bij de Noordzee af en vliegen ze verder in zuidelijke richting. Hier ontstaat gestuwde trek. Voor grotere vogels zoals ganzen, eenden en zwanen is Nederland het eindstation, de plek waar ze overwinteren. Voor de meeste zangvogels is Nederland dit niet, zij trekken verder. Sommigen overwinteren in landen rond de Middellandse zee, anderen vliegen door naar het midden of het zuiden van Afrika.
Koperwieken op doortrek ©Lars Buckx